Menu

In Vlaanderen wordt de evolutie van medische beslissingen aan het levenseinde opgevolgd via grootschalige studies in 1998, 2001, 2007 en recent in 2013.

Hoewel een meerderheid van de palliatieve patiënten ervoor kiest om niet te overlijden in een ziekenhuis, gebeurt dit nog vaak. In België is, evenals in sommige andere landen, het aantal ziekenhuisoverlijdens wel gedaald (van 55,7% tot 51,7%) tussen 1998 en 2007. Dit aantal ligt echter nog steeds hoger dan bijvoorbeeld in Nederland of Nieuw-Zeeland (34%).

Dat de Belgische bevolking koploper is in het nemen van slaapmedicatie, is algemeen bekend. Door de verslavingsproblematiek van slaapmedicatie en het niet snel evalueren eens de slaapmedicatie is opgestart (zeker niet in het verleden), neemt de helft van de Belgische WZCbewoners een slaappil. Kan het anders?

Vergelijken tussen landen is een belangrijke stimulus voor kwaliteitsbevordering. Dit geldt ook voor het antibioticagebruik. De hier beschreven set van indicatoren om de kwaliteit van het antibioticagebruik in de ambulante praktijk te beoordelen, stelt individuele landen in staat om hun positie ten opzichte van andere landen na te gaan en om het voorschrijven van antimicrobiële middelen te verbeteren.

Antibioticaresistentie is een belangrijk probleem in de gezondheidszorg. Antibioticaverbruik wordt erkend als voornaamste selectiedruk die deze resistentie drijft. In dit onderzoek vergeleek men het ambulante antibioticagebruik in 26 Europese landen. Het voorschrijven van antibiotica in de eerste lijn varieerde enorm, met het hoogste cijfer in Frankrijk en het laagste in Nederland. Er werd ook een verschuiving opgemerkt van oude smalspectrum- naar nieuwe breedspectrumantibiotica.

De Virtuele Bibliotheek Gezondheidszorg (VBG) van het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM) biedt zorgverleners toegang tot evidence-based medische literatuur en wil hen ondersteunen bij het nemen van klinische beslissingen. Dit pilootonderzoek uit 2003 had tot doel de VBG te introduceren en het gebruik ervan te stimuleren. Daarnaast onderzocht het de effecten van een trainingsprogramma ter verbetering van navigatievaardigheden. Een belangrijke vaststelling is dat zorgverleners niet lijken te zoeken naar specifieke antwoorden op klinische vragen, terwijl de...

Met dit onderzoek zette doctorandus Vander Stichele de patiëntenbijsluiter weer op de agenda. Het is een belangrijk en relevant onderwerp, maar het lijkt een beetje ‘uit de mode’ na de initiële inspanningen in (vooral) de jaren ’90 van vorige eeuw. Toch is goede en leesbare informatie bij elke aflevering van medicatie niet minder belangrijk geworden.

Onderzoek wijst uit dat euthanasie slechts in een kleine minderheid wordt toegepast, terwijl de vraag naar euthanasie vier keer vaker zou worden gesteld dan ze wordt ingewilligd. In tegenstelling tot Nederland hadden we in Vlaanderen tot voor kort geen zicht op de motieven van terminale patiënten om euthanasie te vragen of te overwegen. Intussen werden in 2002 in Vlaanderen twee kwalitatieve studies verricht. De belangrijkste motieven voor euthanasie bleken de pijnproblematiek, het recht op waardig sterven en het zich tot last voelen van de familie.

In dit onderzoek wordt de klassieke, droge inspectie van het hoofd op luizen vergeleken met de nat-kam-test. Bij deze laatste test wordt het haar nat gemaakt en behandeld met een crèmespoeling. Twee teams van zes onderzoekers controleerden onafhankelijk van elkaar 224 kinderen in het Gentse. Het ene team deed dit met de droge methode; de andere groep met de nat-kam-test. Het besluit is dat de klassieke, droge methode een minder goede screeningsmethode is omwille van het hoge aantal vals-positieven en vals-negatieven. Of de nat-kam-test de nieuwe gouden standaard kan worden, zal verder...

Over het geneesmiddelengebruik in Vlaamse rusthuizen werd tot nu toe weinig onderzoek verricht. Hoe hoog ligt het verbruik per resident, en hebben de bejaarden zelf nog enige autonomie bij het beheer van hun medicatie? Distributiesysteem, rol van het verplegend personeel, voorschrijvende instantie, kennis bij de residenten over de verstrekte medicatie, inname-controle enzovoort komen in de studie van R. Vander Stichele et al. aan bod. Uit de enquête blijkt alvast dat plaatselijke huisartsen vaak de medische begeleiding op zich nemen, zodat de meesten bij deze problematiek betrokken zijn.